Een van de pronkstukken van de tentoonstelling Sits, katoen in bloei die vandaag begint in het Fries Museum te Leeuwarden is een quilt met een handbeschilderd
sitsen middenstuk.
Dit stuk is nog echt met de Verenigde Oostindische Compagnie
meegekomen uit India ongeveer 250 jaar
geleden. In al die tijd heeft hij ongetwijfeld een heleboel meegemaakt. Rond
1800 is hij verwerkt in een quilt en hij heeft daarna vast vele bedden warm
gehouden. Wat er precies mee is gebeurd is niet bekend. Tot hij ergens in de vorige
eeuw opdook en in het bezit van de familie Meester kwam. Joes Meester vertelde
het laatste stuk van de geschiedenis van deze quilt-met-sits. En die is heel
bijzonder.
Ergens in de vorige eeuw moest de moeder van Joes (ze is nu
92) helpen bij het opruimen van het huis van haar ongetrouwde oude tante die was
overleden. Ze had gewoond op een boerderij in de buurt van Heerde. In een hoek
vonden ze een oude dekenkist. Ze spraken af dat de zus van Joes’ moeder (die
ook hielp met opruimen) de kist kreeg en de moeder van Joes de inhoud. Nou dat
bleek een goede keus voor iemand die hield van handwerken!
De inhoud van de kist bleek te bestaan uit een bijzondere
merklap met naaldkant en een ‘deken’ die later onze quilt-met-sits bleek te
zijn. Maar dat wisten ze toen nog niet. Jaren hing hij in Joes’ ouderlijk huis
in het trapgat als decoratie. Totdat Joes -zelf sinds jaar en dag een
enthousiast quiltster- een keer An Moonen tegen kwam op een tentoonstelling in
het Openluchtmuseum en haar een paar foto’s liet zien van de ‘deken’. “An werd
helemaal hyper,” zegt Joes, “want ze zag
meteen dat het iets bijzonders was.” En toen bleek dat het een echte oude sits
was die nog met was en beits was ingetekend. In het boek Geschiedenis van de Nederlandse quilt van An Moonen staat
beschreven wat er nu over bekend is.
Maar daarmee is de geschiedenis nog niet klaar. Zoals
gezegd: Joes en haar moeder quilten
graag en houden juist ook van al die ‘retro’-stoffen. Ook kennen ze een paar
mensen in de textielwereld. En zo kwam het dat Petra Prins (bekend in heel
quiltend Holland) op het idee kwam om de stofjes die in het quiltgedeelte
verwerkt waren te laten namaken. Dat gebeurde in Amerika bij Wyndham Fabrics.
Zo ontstond de stoffenlijn Josephine (inmiddels uitverkocht).
Vervolgens kwam Joes Nathalie Cassee van Kashmir Heritage
tegen. Die bleek het atelier van mw. Renuka Reddy in Bangalore (India)te kennen waar nog op de
traditionele manier sitsen worden gemaakt. Al gauw werd het idee geboren om ook
het middenstuk na te laten maken. Dat werd een bijzonder avontuur! De lap werd
uitgebreid gefotografeerd en de foto’s werden naar India gestuurd. Daar werd
eerst speciale, heel dunne stof geweven. Daar op werd volgens de eeuwen oude
werkwijze het sitspatroon aangebracht. De verschillende stadia van het maken werden gefotografeerd. Zo
konden Joes en haar moeder het hele proces van het maken van de replica goed
volgen. En een half jaar later kwam de ‘tweeling’ van de oude sits goed
ingepakt naar Nederland. Het resultaat is prachtig geworden! En het is
natuurlijk uniek dat je nu zowel de sits van 250 jaar oud kunt zien als hoe hij
geweest moet zijn toen hij uit het schip werd geladen en bij de eerste eigenaar
terecht kwam.
Met de replica van het middenstuk (de ‘palempore’ heet dat
in vaktaal) en de nagemaakte stoffen van Petra heeft Joes alle middelen in
handen om een identieke tweeling te maken van de antieke ‘deken’. Of ze dat ook
gaat doen vertelt het verhaal niet …
Wat een prachtig verhaal over hoe het was en nu is, belangrijk om deze reis te archiveren
BeantwoordenVerwijderenHeel bijzonder en leuk om hetverhaal erachter te lezen!
BeantwoordenVerwijderen